Oorsprong
Pruisen
Tot 1525 behoorde het gebied Pruisen toe aan de Poolse koning.
Het Hertogdom Pruisen was een hertogdom dat ontstond in 1525 en daarmee de Duitse Orde opvolgde in het oosten van Pruisen (het gebied van noordoost Polen en Litouwen). Het was de eerste Lutherse staat met een overwegend Duitstalige bevolking. Albrecht van Brandenburg-Ansbach werd de eerste hertog van het hertogdom Pruisen.
Hertogdom Pruisen (gearceerd), in de 16de eeuw.
Het hertogdom met de hoofdstad Königsberg (nu: Kaliningrad) werd door de keurvorsten van Hohenzollern van het Markgraafschap Brandenburg geërfd in 1618. Daarna werd het een personele unie onder de naam Brandenburg-Pruisen totdat het werd verheven naar de status van koninkrijk in 1701.
Frederik III (1688-1713) kreeg na jarenlang onderhandelen van keizer Leopold I het recht de koningstitel te voeren in het nu volledig soevereine Pruisen. Als tegenprestatie moest hij de keizer steunen in de Negenjarige Oorlog (1688-1697) en de Spaanse Successieoorlog (1701-1714). De keurvorst kroonde zichzelf op 18 januari 1701 tot koning Frederik I van Pruisen.
Frederik was (via moeders’s kant) een kleinzoon van Frederik-Hendrik van Oranje-Nassau en Amalia van Solms.
Het koninkrijk Pruisen werd steeds verder naar het westen uitgebreid. Naast het keurvorstendom Brandenburg bezat het vorstenhuis ook het hertogdom Kleef en de graafschappen Mark en Ravensberg.
Frederik verkreeg door erfenis bovendien de graafschappen Meurs en Lingen (1702) en het vorstendom Neuchâtel (1707) en door koop onder meer het graafschap Tecklenburg (1707). In dit graafschap Tecklenburg lag ook het prinsbisdom Osnabrück met Stirpe en Oelingen.
In 1803 kwam het gebied rond Osnabrück in handen van het Koninkrijk Hannover. Van 1806 tot 1810 was het weer Pruisisch en van 1810 tot 1815 maakte het deel uit van het Franse Keizerrijk. Vanaf 1815 was het weer een onderdeel van het Koninkrijk Hannover tot Pruisen in 1866.
In datzelfde jaar werd onder leiding van de Pruisische prins Otto von Bismarck de Noord-Duitse Bond opgericht. Hiermee kwam een einde aan de vele kleine vorstendommen en hertogdommen in het noorden van Duitsland. Toen na een aantal jaren de zuidelijke Duitse staten zich ook aansloten was het Duitse Keizerrijk een feit.
Maar veel leden van de Freie-familie waren toen al uit Pruisen/Duitsland vertrokken.
Arenshorst
De basis van de familie Freie/Freije/Freye ligt in een gebied, dat ca. 25 kilometer ten noordoosten ligt van Osnabrück in Duitsland. Daar ligt een iets groter dorp genaamd: Ostercappeln.
Deze plaats is omgeven door vele kleine landelijke dorpjes en gehuchten, o.a. de stamplaatsen van vele Freies: Stirpe, Oelingen, Herringhausen. Het was van oorsprong een 100% landbouw- en veeteelt gebied.
Tegenwoordig is dat wat minder, maar er wordt nog steeds het boerenbedrijf uitgevoerd.
Veel informatie heb ik uit het kerkarchief van de kerk in Arenshorst (afb) en de kerk in Ostercappeln.
Ik heb links gemaakt naar
DUIZENDEN AKTES en NAMENLIJSTEN uit het archief van de Arenshorst kerk.
Daarin staan niet alleen de gegevens van de familie Freie vermeld, maar ook van alle families uit de regio, die ooit in deze kerk zijn gedoopt, getrouwd of begraven.
Kerkelijk vielen Herringhausen, Stirpe, Oelingen en de andere dorpjes onder de Evangelisch-Lutherse gemeente van Arenshorst.
Het kerkje van Arenshorst ligt in een bosgebied, dat weer midden in de weilanden en akkers van Herringhausen en Stirpe-Oelingen ligt.
Pastor Johann Diedrich Block (afb.) was predikant in Arenshorst van 1812 -1852. Hij is geboren op 23 september 1776 in Badbergen en overleden in Osnabrück op 20 november 1854, 78 jaar oud.
Pastor Block was gehuwd met Johanne Christine Rodowe (*19-8-1786 +23-10-1875).
Hij heeft wellicht b.v. de begrafenisdienst geleid van Hermann Heinrich Freie op 8 november 1831 en van Hermann’s vrouw Christine Eleonore Piel op 23 maart 1829.
En misschien de doopdiensten van de 2 broers, die later naar Amerika zouden emigreren: Johann Heinrich Freie, gedoopt op zondag 24 september 1820 en Ernst Heinrich Freie, gedoopt zondag 16 april 1826.
Veel jonge boerenzoons gaan eind achttiende en begin negentiende eeuw voor een aantal maanden naar Nederland om daar te helpen met de oogst.
Zij worden in Nederland beter betaald dan in Duitsland. Deze jonge mannen werden in Duitsland de "Hollandgänger" genoemd (zie verderop).
Om de ligging een beetje te kunnen bepalen van de geboorte- woon- en overlijdensplaatsen van de leden uit de Freie-stamboom
KLIK HIER of op de landkaart rechts.
Er heerste in de eerste helft van de 19e eeuw nogal wat onrust (oorlogen) en ziektes (aardappelpest) in Europa en wellicht is dit één van de redenen geweest
dat deze familie Freie uit Duitsland is vertrokken om voor zichzelf en hun kinderen een betere en veiliger toekomst in Nederland te zoeken.
In diezelfde periode vertrokken er velen naar het buitenland. Zelfs de oceaan over naar Amerika. Veel van die Amerikagangers vestigden zich uiteindelijk als landbouwers
in de staten Ohio, Iowa en Nebraska.
Het rood-gekaderde deel (afb) is de tak Ostercappeln met de rode lijn naar de Nederlandse tak, die zich vanuit de provincie Groningen over Nederland heeft verspreid en de blauwe lijn, die naar Amerika emigreert.
Het blauwe kader en de blauwe lijn is de tak uit Schale, waarvan vele Freies naar Amerika zijn vertrokken.
Of er een link bestaat tussen de tak "Ostercappeln" en de tak "Schale" weet ik niet. Maar deze 2 gebieden liggen niet zo ver uiteen, dus ik hoop ooit nog eens een link te vinden.
In beide takken komen vaak dezelfde voornamen voor, dus dat geeft enige hoop.
Vanuit de rode tak gaan er eigenlijk 2 lijnen naar Nederland. De ene lijn vestigt zich in het begin in Oude Pekela en heeft over het algemeen als familienaam Freie of Freië.
De andere lijn vestigt zich in Harkstede en heeft als familienaam Freije.
Schale
Schale is een klein dorp in de gemeente Hopsten op de grens van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tegenwoordig wonen er nog diverse families met de naam Freie.
Van deze lijn heb ik met ruim 700 leden
'HIER naar Schale' een overzicht gemaakt.
Vele leden van die families zijn in de eerste helft van de 19e eeuw naar Amerika vertrokken en een enkeling naar Nederland. Er zijn echter in Nederland weinig aanknopingspunten te vinden die verwijzing naar deze tak
van de familie Freie. Wel is het zeker dat er in de eerste helft van de 18e eeuw al leden uit Schale in Nederland woonden.
In het register van Amsterdam is b.v. een ondertrouwakte 17 juni 1744 te vinden van Jan Vrij uit Schale:
*
Jan Vrij (ondertekend met 'Jan freie')
van Schaal (waarschijnlijk wordt hiermee Schale in Duitsland bedoelt),
oud 35 jaar op den Nieuwendijk, oud(ers) doot geass(isteerd) met Hendrik Snijders en Geesje Graening/Greuning
van Schaal, oud 26 jaar, in de Niesel oud(ers) doot, geass(isteerd) met haar motje Elsje Middelkoop' etc.
Ook vinden we in dat archief een ondertrouwakte uit 8 oktober 1784 van Herman Freije uit Tekelenburg (=Tecklenburg). Dat is het gebied waar ook Schale onder valt, evenals de plaatsen Ostercappeln, Bohmte, Stirpe en Oelingen.
*
Harman (ondertekend: Herman)
Freije van Tekelenburg (Teckelenburg), Gereform weduwnaar van Willemijntje de Vries woont te Lisse en Catharina Steffens van Ams(terdam), Luthers, oud 30 Jaren op de Keijsersgragt geass(isteerd)
met haar moeder Margartha Voogd' etc.
Weer terug naar onze eigen lijn.
De naam Freie wordt in Nederland zowel MET als ZONDER trema op de laatste 'e' geschreven. Wij waren met 4 broers in ons gezin: de 2 oudste jongens hebben officeel GEEN trema
en heten dus Frei
e, terwijl de 2 jongste broers officieel WEL een trema hadden en heten dus Frei
ë. Die trema is voor het eerst ingevoerd in Nederland.
Hoewel ik officieel Freië (met trema) heet, gebruik ik op internet vaak de naam zonder (gemakzucht - en soms makkelijker). Ik til niet zo zwaar aan die 2 puntjes.
Van het gezin dat zich in Oude Pekela vestigt worden de meeste zonen zeelui. Dan had je in ieder geval een betere toekomst dan om als landarbeider in Groningen aan de slag te gaan.
Van de jongemannen (waaronder mijn overgrootvader) die naar zee trokken (tussen 1850 en 1900) werden de meesten uiteindelijk kapitein. En zij voeren vooral op 2 of 3-mast zeilschepen.
Aanvankelijk gingen die reizen over de Oostzee naar Rusland (St. Petersburg), Estland en Polen. Later werden het reizen naar de "West": Cuba, Haiti, Jamaica, Suriname en naar
de westkust van Afrika.
Meer weten en lezen over hun reizen?
Klik HIER of op de afbeelding hiernaast.